— Triehonderdduizend aan één of andere onzin — viel de schoonmoeder binnen toen ze hoorde over mijn erfenis van oma

— Triehonderdduizend roebel aan één of andere onzin! — Galina Michajlovna’s stem trilde van verontwaardiging toen ze zonder kloppen het appartement binnenstormde. — Ik kwam net de buurvrouw tegen, zij heeft me alles verteld!
Larisa verstijfde met een kop thee in haar handen. De zaterdagochtend, die zo vredig was begonnen, veranderde in één seconde in een slagveld. Ze zette haar kopje langzaam op tafel en draaide zich om naar haar schoonmoeder, die in de deuropening van de keuken stond, rood aangelopen van woede.
Naast Galina Michajlovna stond Anton — haar man, die duidelijk niet zo’n begin van het weekend had verwacht. Hij verplaatste zijn gewicht van de ene voet op de andere en wist niet wat hij met zijn handen aan moest.
Drie weken geleden was Larisa’s oma overleden. De enige persoon die haar echt begreep en steunde. In haar testament had ze haar kleindochter haar spaargeld nagelaten — diezelfde driehonderdduizend waar haar schoonmoeder nu over stond te schreeuwen.
— Galina Michajlovna, dit is mijn eigen geld, — zei Larisa rustig, al kookte alles in haar vanbinnen. — Een erfenis van mijn oma.
— Eigen? — snoof haar schoonmoeder zo hard dat er een duif van de vensterbank opvloog. — In een gezin is niets privé! Anton, zeg jij het haar!
Anton keek van zijn vrouw naar zijn moeder. In zijn blik stond de verwarring van iemand die iedereen tevreden wil houden en begrijpt dat dat onmogelijk is.
— Mam, kunnen we misschien rustig praten? — begon hij onzeker.
— Rustig? — Galina Michajlovna sloeg haar handen in de lucht. — Jouw vrouw heeft zich ingeschreven voor één of andere patissierscursus! Driehonderdduizend weggooien aan domme fratsen, terwijl je het in de verbouwing kon steken!
Larisa voelde het bloed naar haar gezicht stijgen. De cursus aan de beste kookschool van de stad was haar droom sinds ze klein was. Oma wist dat en had in hun laatste gesprek gezegd: “Leef voor jezelf, kleintje. Genoeg voor anderen geleefd.”
— Het is een professionele opleiding, — zei Larisa vastberaden. — Ik word patissier.
— Patissier! — haar schoonmoeder lachte, maar er zat geen spoor van vrolijkheid in. — Jij hebt een universitair diploma economie! Je werkt als hoofdboekhouder! En dan ineens: patissier! Anton, jouw vrouw is gek geworden!
Larisa keek naar haar man. Hij stond met zijn hoofd omlaag en zweeg. Zoals altijd. Zoals die keer dat zijn moeder zonder te vragen alle meubels in hun slaapkamer had verplaatst. Zoals toen ze Larisa’s lievelingsbloemen weggooide omdat “ze zoveel rommel geven”. Zoals in elke situatie waarin hij moest kiezen tussen zijn vrouw en zijn moeder.
