— U maakt zeker een grap, — zei Tatjana terwijl ze Ivan Petrovitsj met wijd opengesperde ogen aankeek.
Hij schudde zijn hoofd:
— Nee, ik maak geen grap. Maar ik geef je tijd om erover na te denken. Want dit voorstel is echt niet alledaags. Ik kan zelfs raden waar je nu aan denkt. Overweeg alles goed — ik kom over een week terug.
Tatjana keek hem verward na. De woorden die hij zojuist had uitgesproken, wilden niet in haar hoofd passen.
Ze kende Ivan Petrovitsj al drie jaar. Hij had een netwerk van benzinestations en nog wat andere zaken. Bij een van die stations werkte Tatjana als schoonmaakster. Hij begroette het personeel altijd vriendelijk en sprak op een hartelijke manier. Over het algemeen was het een goed mens.
Het salaris bij het tankstation was redelijk, en er waren genoeg mensen die er wilden werken. Ongeveer twee maanden geleden zat Tatjana na het schoonmaken buiten — de shift liep bijna ten einde en er was nog wat vrije tijd.
Plotseling ging de deur van de personeelsingang open en verscheen Ivan Petrovitsj.
— Mag ik even gaan zitten?
Tatjana sprong op:
— Natuurlijk, waarom vraagt u dat?
— Waarom spring je op? Ga zitten, ik bijt niet. Vandaag is een mooie dag.
Ze glimlachte en ging weer zitten.
— Ja, in de lente lijkt het alsof het altijd mooi weer is.
— Dat komt omdat iedereen de winter beu is.
— Misschien heeft u gelijk.
— Ik wilde je al een tijd iets vragen: waarom werk je als schoonmaakster? Larisa had je immers voorgesteld om operator te worden. Meer salaris, gemakkelijker werk.
— Ik zou het graag doen, maar vanwege het rooster kan ik niet — mijn dochter is klein en ziek. Alles gaat goed als de buurvrouw op haar past, maar bij een opstoot moet ik zelf dichtbij zijn. Dus wisselen Larisa en ik als het nodig is. Ze helpt altijd.
— Ik begrijp het… En hoe gaat het met je dochter?
— O, vraag er maar niet naar… De dokters weten het zelf ook niet goed. Ze krijgt aanvallen, kan niet ademen, raakt in paniek, veel dingen tegelijk. En de onderzoeken zijn serieus — en betaald. Ze zeggen dat we moeten wachten, misschien verdwijnt het met de leeftijd. Alleen heb ik daar geen tijd voor…
— Hou vol. Alles komt goed.
