Een uur later zat Tatjana in de keuken bij Marina en vertelde wat er was gebeurd. Haar vriendin schudde haar hoofd.
— Ik heb je nog zo gezegd dat die schoonmoeder een wandelende nachtmerrie is. Maar je wilde niet luisteren.
— Ik hield van Pasha. Ik dacht dat hij zou veranderen, dat hij zelfstandig zou worden.
— Die veranderen niet, zuchtte Marina. — Mijn buurvrouw heeft twintig jaar met haar schoonmoeder gewoond. Nooit heeft haar man geleerd haar te verdedigen. Uiteindelijk is ze op haar vijfenveertigste gescheiden.
— Dat wil ik niet, zei Tatjana en schudde haar hoofd.
— En gelijk heb je. Weet je wat? Bij ons op het werk zoeken ze net een manager. Goed salaris. Wil je het proberen?
— Ik probeer het, knikte Tatjana.
De weken daarna vlogen voorbij. Tatjana vond een baan, huurde een kleine studio en begon stap voor stap een nieuw leven op te bouwen. Pavel belde de eerste week elke dag, de week erna om de dag, en daarna steeds minder vaak. Hij zei telkens hetzelfde: kom terug, mama zal je vergeven, je tekent de papieren voor het eenkamerappartement, alles komt goed.
— Pasha, jouw moeder zal ons nooit laten gaan, zei Tatjana. — Ze zal altijd in de buurt zijn, altijd voor ons beslissen.
— Maar het is wel mijn moeder!
— Ja. En ik ben je vrouw. Of beter: was. Ik ga een scheiding aanvragen.
Het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Toen zei Pavel:
— Je zult hier spijt van krijgen.
