Na anderhalve maand was het geld op. De Patriot-jeep bleef een droom. Petja was weer gewoon een werknemer van de kippenfabriek die bij zijn moeder woonde. En hij werd somber.
Niet om Lena. Hij verlangde naar comfort. Naar hoe zij zwijgend alle problemen oploste. Naar haar borsjtsj. Naar het feit dat het thuis altijd schoon was en rook naar Franse parfums — en niet naar zijn fabriek en mama’s corvalol.
Lena daarentegen handelde. Het appartement in Moermansk verkocht ze snel en voordelig. De kinderen stelde ze meteen veilig: Lena junior en Sergej kregen elk een uitstekend eenkamerappartement in een goede wijk. Voor zichzelf koos ze een gezellige ‘euro-tweekamer’ in een nieuw, maar al bewoond complex.
Ze nam ontslag bij de parfumerie, huurde een kleine ruimte en opende haar eigen parfumboutique ‘Intonatie’. Haar oude klanten stroomden naar haar toe. De zaken gingen uitstekend.
Maar er bleef nog één onopgeloste taak. De ‘verrassing’ voor Petja.
— Rája, en? Heb je iets gevonden? — vroeg ze haar nicht aan de telefoon terwijl ze nieuwe flacons in de schappen zette.
— Gevonden, Lenka! — Rája klonk samenzweerderig. — Precies zoals je wilde. Een betonnen zak. Achttien vierkante meter. Maar hé — een ‘studio’! En weet je waar? In Koekoejevo-Novoje!
— Waar is dat?
— Dat is, Lenka, daar waar jouw Petja zelfs met een Patriot-jeep twee uur over zou doen. Als hij een jeep had. Nieuwbouw. Oplevering over een week. Kale muren. Uitzicht op… nog zo’n nieuwbouw. Perfect.
Lena lachte.
— We nemen ’m. Regel het.
En toen brak dag X aan. Petja, tot wanhoop gedreven door moeders gezeur en geldgebrek, besloot tot een ‘daad van grootmoedigheid’. Hij belde Lena.
— Lenus… — begon hij klagend, als een geslagen hond. — Hoi.
— Dag, Petja, — Lena sprak rustig.
— Ik… eh… ik heb alles begrepen. Ik was een idioot. Mama… ze bedoelt het niet slecht. Het is allemaal… jaloezie. Omdat jij zo mooi bent.
Lena rolde met haar ogen.
— Petja, waar wil je naartoe?
— Ik… ik mis je. Jou, de kinderen… Len, we zijn toch… familie. Zullen we weer samenkomen? Hè? Ik vergeef alles!
Lena verslikte zich bijna in haar koffie.
— Vergeven? Jij vergeeft? Petja, jij bent ongeëvenaard.
— Nou… — hij raakte in de war. — Ik bedoel… opnieuw beginnen! Jij bent toch alleen. En ik ook. Samen zijn we sterk!
‘Vooral als ik geld heb en jij eetlust,’ dacht Lena.
— Petja, ik wilde je net bellen. Het zit zo: ik ben uit ons oude appartement verhuisd. Ik heb het verkocht.
Aan de andere kant van de lijn sloeg paniek toe.
— Hoe… verkocht? En… en ik dan? En… wij?
— Maak je geen zorgen, Petja. Ik zei toch dat ik aan de toekomst dacht. Ik… heb nieuw onderdak voor ons gekocht. Of beter… — ze pauzeerde, — ik heb een appartement voor jou gekocht. Zoals beloofd had ik een verrassing.
Petja haalde opgelucht adem. Hij had ‘voor jou’ niet gehoord. Hij hoorde alleen ‘gekocht’. Ze had toegegeven! Ze had het begrepen!
— Lenka! Goud ben je! — schreeuwde hij in de telefoon. — Ik wist het! Ik wist dat je niet zonder mij kon! Waar? Waar is ons nieuwe appartement? Ik kom er nú aan!
